Bel Slotenmaker CC bv Depannage nodig?
0475 59 83 68
144 inbraken per dag: zo gaan de bendes te werk

144 inbraken per dag: zo gaan de bendes te werk

De dagen worden korter, de nachten langer. Voor inbrekers betekent dat overuren maken. In november stijgt het aantal inbraken in ons land vlot boven de 5.000 stuks uit. Zo blijkt uit politiestatistieken. Een belangrijk deel daarvan wordt toegeschreven aan Oost-Europese familieclans, die zich met listige trucs uw huis binnenwurmen. Hier lees je wie de bendes zijn, hoe ze te werk gaan, wanneer ze toeslaan en hoe ze zich organiseren.

Een man loopt voorbij een huis, keert op z’n stappen terug en klemt zijn tang op het cilinderslot dat uit de voordeur steekt. Met een kleine ruk naar binnen breekt hij de cilinder af, en schuift de hele cilinder uit de deur. De schroevendraaier die hij daarna uit zijn broekzak vist, peutert binnen de kortste keren de deur open.

Een ietwat getrainde inbreker heeft maar een halve tot één minuut tijd nodig om binnen te geraken in uw huis. Langer hoeft het niet te duren om een gesloten deur of een raam open te krijgen. Daarna zal die inbreker snel en stil alle kamers doorzoeken, op zoek naar geld en juwelen. Ook dat duurt hoogstens enkele minuten. Als het langer dan één minuut duurt om binnen te dringen, geven de meeste inbrekers het op. Vandaar, zo hameren politiediensten er al jaren op, is het belangrijk dat u uw huis zo veel mogelijk weerstand laat bieden. Laat geen deuren openstaan.

“Ik sta er ook nog altijd van te kijken dat sommige cilindersloten méér dan een centimeter uit de voordeur steken”, zegt commissaris Jacques Struys, teamchef van de Afdeling Goederen bij de Antwerpse federale gerechtelijke politie. “Je kan dat makkelijk beschermen met een vastgevezen afdekplaatje.”

De politie moest vorig jaar 52.816 keer een proces-verbaal opmaken voor een woninginbraak in België. Het aantal inbraken neemt in ons land dan wel af, wellicht omdat we ons huis steeds beter beveiligen. Maar toch komen nog steeds elke dag 144 gezinnen thuis, en ontdekken ze dat iemand hun woning is binnengedrongen.

Zo’n 38 procent van de 2.394 inbrekers die in 2016 in Vlaanderen op heterdaad betrapt werden, had geen Belgisch paspoort, zo bleek in september uit een parlementair antwoord van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). Bovenaan de lijst met nationaliteiten staan Roemenië, Marokko, Albanië, Servië, Frankrijk, Algerije, Nederland, Italië en Polen.

Een appartementsblok in Antwerpen. Enkele vrouwen wandelen samen binnen en kloppen overal aan. Als iemand de deur opendoet, vragen ze een glas water. Waar niemand thuis is, forceren ze de voordeur.

Een belangrijk deel van die buitenlandse inbraken wordt toegeschreven aan wat Europol de Criminal Familial Clans noemt. “Familieclans, omdat we een betrokkenheid van vrouwen en kinderen zien”, zegt commissaris An Vankeirsbilck van de federale politie. (Zie ook ‘De Cucina-clan’ op pagina 9) Door nationaliteit, leeftijd en geslacht in de politiedatabanken te koppelen aan inbraken, weten analisten dat het voor een belangrijk deel gaat om mensen uit de Roma-gemeenschap: families uit Roemenië, Servië, en in mindere mate Kroatië.

“Typisch voor deze Roma-clans zijn diefstallen met list”, zegt commissaris Jacques Struys. Vanuit Antwerpen voert hij onderzoeken naar dieven­bendes in heel België. “De meeste onderzoeken starten nadat een inbraak gepleegd wordt in de provincie Antwerpen. Vanaf dan proberen we de hele bende in kaart te brengen.” Gemiddeld tien onderzoeken per jaar gaan over Roma-clans.

Uiteraard is niet elke Roma-familie in ons land een criminele bende. Er is naar schatting een tiental clans actief in ons land.

“Maar criminaliteit, inbraken: dat is geen onderdeel van de Roma-cultuur”, zegt Martin Balogh, een brugfiguur voor de Gentse Roma-gemeenschap. Balogh maakt zelf deel uit van die gemeenschap en kwam 13 jaar geleden uit Slovakije. “Die inbrekers zijn slechts een heel kleine minderheid. Er zijn 15 miljoen Roma in Europa, en zo’n 10.000 in Gent. Die plegen echt niet allemaal inbraken. Een kleine groep verziekt het voor ons allemaal.”

“In grote lijnen zien we daarin twee categorieën”, zegt commissaris Struys. “Eén groep reist vanuit het thuisland door Europa. Als de grond onder hun voeten te heet wordt, verplaatsen ze zich naar een ander land. Maar we zien ook steeds meer een tweede groep. Ze hebben een uitvalsbasis in een Belgische stad of dicht aan de grens, en ze trekken vandaaruit het land door. Ze gaan daar waar het interessant is – waar er geld te vinden is. Waar de achterdeur niet op slot is en ze snel weg kunnen komen. Of, als ze op het openbaar vervoer zijn aangewezen: daar waarheen de bus rijdt.”

Denk daarbij niet aan de Roma die je ziet bedelen in de winkelstraat, of die in caravans wonen en in de kranten staan als ze ongenodigd in een weiland neerstrijken. “Deze mensen wonen in appartementen. Ze weten hoe ze een uitkering moeten aan­vragen, kindergeld, en hoe ze een sociale woning kunnen krijgen.”

“Dit soort bendes is niet bezig met het brute werk”, zegt commissaris An Vankeirsbilck, diensthoofd DJSOC georganiseerde diefstallen bij de federale politie. Zij bestudeert vanuit Brussel de diefstallenbendes in het hele land. “Inbraken, winkeldiefstallen en zakkenrollen, dat zijn hun specialiteiten. Maar kluizen opblazen of overvallen: dat doen die familieclans niet. Ze doorzoeken je huis, op zoek naar geld en juwelen. Dat zijn hun voornaamste doelwitten. Als ze een tablet of een fototoestel zien liggen, zullen ze dat ook meenemen. Maar de Picasso aan de muur, die interesseert hen niet. Geweld vermijden ze, ze zoeken de confrontatie niet op. Als ze betrapt worden, dan vluchten ze weg.”

“Zo’n clan is meestal met één soort misdrijf bezig”, zegt commissaris Struys. “Ze specialiseren zich bijvoorbeeld in appartementsgebouwen doorzoeken, of rusthuizen. Zo hebben we een bende gekend die zich voordeed als verpleegsters. Ze stapten een rusthuiskamer binnen, en vertelden de bejaarde dat ze hem of haar kwamen wassen. Terwijl dat in de badkamer gebeurde, doorzocht een tweede vrouw de kamer.”

Een oudere vrouw die aan een bushalte staat te wachten, ziet plots een auto stoppen. De moeder die uitstapt, is helemaal in paniek. Ze wijst naar het kindje op de achterbank, dat doodziek lijkt. Een ziekenhuis, gebaart ze. Waar vind ik een ziekenhuis? Nadat de oudere dame de weg gewezen heeft, bedankt de emotionele moeder haar met een innige, lange knuffel. Pas lang nadat de auto weg is, merkt de vrouw op dat haar oorringen en halskettingen verdwenen zijn.

“De families zetten vrouwen en kinderen in”, zegt Vankeirsbilck. Soms al vanaf hun 12 jaar. “Ook bij inbraken worden kinderen ingezet. De bendeleden gaan in wisselende samenstellingen te werk. Naargelang het soort doelwit, worden andere mensen meegenomen. Als ze naar een bepaalde stad trekken, nemen ze bijvoorbeeld iemand mee die er de weg kent.”

“De buit wordt zo snel mogelijk omgezet in geld”, zegt Struys. “Een bankrekening hebben ze niet. Vaak wordt het geld gewoon bij de vrouwen in de beha verstopt. Van dat geld leeft de clan, maar een groot deel moet naar het thuisland verstuurd worden.”

“Eén bende kocht met het geld luxehorloges, ter waarde van 30.000 tot 40.000 euro. Zo kunnen grote sommen geld compact verplaatst worden. Bij datzelfde onderzoek hebben we bij een huiszoeking een plastic pot gevonden, die ze zorgvuldig in de tuin hadden begraven. Daarin zat voor 150.000 euro aan juwelen. Om zulke schatten te vinden, moet je een beetje de gebruiken van de Roma kennen. Het geld wordt geïnvesteerd in vastgoed. In het thuisland leven de clanhoofden in grote villa’s.”

Die clanhoofden, de grootouders, blijven in het land van herkomst. “De bende is volgens een strakke hiërarchie georganiseerd”, zegt An Vankeirsbilck. “De vuile klusjes, de inbraken, worden door jonge mensen en zelfs minderjarigen uitgevoerd.”

Struys: “De familiestructuren zijn gebaseerd op tradities die honderden jaren oud zijn. Meisjes worden uitgehuwelijkt, om banden met andere clans te smeden. De familie van de bruidegom moet dan een bruidsschat betalen. Het is een gesloten cultuur, met een eigen taal en eigen gewoontes. Dat maakt het inzetten van informanten zo goed als onmogelijk: ze werken enkel met familieleden. Wij tegen de rest van de wereld.”

Een man die de stoep staat te vegen, ziet plots hoe een auto met openstaande koffer zijn oprit oprijdt, tot achteraan zijn huis. Hij gaat kijken wat er aan de hand is. Daardoor ziet hij niet dat twee andere mannen langs de nog openstaande voordeur zijn huis binnensluipen. Die koffer staat open, zodat niemand de nummerplaat zou kunnen lezen.

“Ze hebben een heleboel technieken om de politie te dwarsbomen, als ze weten dat we hen op de hielen zitten”, zegt Van Keirsbilck. Ze zijn alert, achterdochtig, en herkennen een agent in burger in de massa. Ze hebben zelden papieren op zak. Als ze te vaak opgepakt worden, keren ze terug naar hun thuisland om daar officieel hun naam te laten veranderen.

“Het inzetten van minderjarigen is ook een doel­bewuste strategie”, zegt Struys. “Omdat ze weten dat minderjarigen in ons land minder hard gestraft worden.”

“Wij zijn trots op onze Roma-cultuur, op onze taal, tradities en gewoontes”, zegt Balogh van de Gentse Roma-gemeenschap. “Het is daarom bijzonder jammer dat door een paar niet-geïntegreerde criminelen onze hele gemeenschap telkens weer een slechte naam krijgt. Daardoor wordt het voor de Roma steeds moeilijker om zich te integreren.”

“De Roma zijn daarom zélf de grootste critici van deze inbrekers. Het zijn in de eerste plaats criminelen, veeleer dan Roma. Als dit soort berichten de media haalt, is er altijd een storm van kritiek bij jonge Roma op sociale media. Maar wij weten ook niet wie die lui zijn. We geloven in de Belgische justitie, en hopen dat zij dit kunnen aanpakken.”

De politie en het gerecht pakken criminele familieclans wel degelijk aan. Vorig jaar bijvoorbeeld werd door de Antwerpse federale gerechtelijke politie een bende opgerold die verantwoordelijk wordt geacht voor meer dan 200 inbraken. Telkens braken ze binnen via een raam op de eerste verdieping. “Die inbraken, dat zijn op zich kleine misdrijven. Maar er worden wel heel veel slachtoffers gemaakt. Daarom zetten we er ook op in. Als je al die misdrijven aan elkaar linkt, een hele clan tegelijk aanpakt, dan merk je: de impact van één bende, en de buit die ze doorsluizen naar hun thuisland, is best wel groot.”

 

BRON: https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20181122_03975058

Geplaatst op 23.Nov.2018